Na lang vliegen en wachten en vliegen, zijn we dan eindelijk begonnen aan onze rondreis door Nieuw-Zeeland. Op 18 januari om 17.15 zijn we geland en al met al is de vliegreis ons redelijk mee gevallen. Aangekomen bij de douane blijkt al snel dat ze echt zo streng zijn als we dachten. Waar onze schoenen er toch verdacht schoon uitzagen, dacht de mevrouw van de douane er anders over. Toch nog even de schoenen van Tom goed afgespoeld. Gelukkig doet de dame ze keurig netjes in plastic zakken om de rest van de spullen niet nat te laten worden. We lopen de aankomsthal uit en wonder boven wonder lopen we pardoes tegen een busje van ons hotel aan. Dat is lekker zeg, we zijn toch wel behoorlijk moe. Ons hotel is goed, maar wel voor één nacht, want we gaan natuurlijk rond in een campervan. Om 21.00 liggen we te slapen en we worden de volgende dag om 8.30 wakker.
We laten ons naar het bedrijf brengen waar we onze “spaceship” gaan ophalen. Eigenlijk een personenauto, maar gemaakt tot een heel compacte camper. We rijden weg en bij de eerste bocht zet Tom zijn ruitenwissers voor de zekerheid maar even aan. Het is heerlijk weer en er is geen regen, maar dat stuur aan de verkeerde kant is toch even wennen. Gelukkig is het een automaat dus met schakelen hebben we er geen last van. Eerst even tanken en daarna boodschappen inslaan voor een paar dagen. We besluiten om direct Auckland te verlaten en naar het noorden te rijden.
Twin Coast, de grote oceaan in het oosten en de Tasman zee in het westen!
Al vrij snel veranderd de snelweg in een tweebaansweg en laten we de drukte achter ons. De weg slingert zich van heuvel naar heuvel en soms is het alsof we in de alpen zitten. Haarspeldbochten en steile afdalingen zijn meer regel dan uitzondering. Het rijden is dan ook geen moment saai. We volgen continue de Twin Coast Discovery route en de heuvels maken langzaam plaats voor subtropische strandjes en baaitjes. Aan het einde van de 1e dag in de camper komen we uit bij Waipu Cove en Lang Beach. Even genieten van het strand en de zee en daarna onze eerste camping in Uretiti. Tenminste, een groot stuk duin waarin je zelf je plek kan kiezen en waar iedereen dus kriskras door elkaar staat. Stoeltjes en tafel eruit en voor het eerst koken. We hebben een koningsmaal, gamba’s met een overheerlijke pasta. Ook nu duiken we weer vroeg het mandje in, want stiekem heeft de reis toch wel invloed gehad.
Klokken uit Nuenen en klokken van vroeger (zoals bij Tom thuis hing)
We worden vroeg wakker, maar we hebben best goed geslapen. We rijden vroeg weg om naar Whangarei te gaan, een flinke stad voor Nieuw-Zeelandse begrippen. Nog een paar boodschappen gedaan die we waren vergeten en een simkaart gekocht zodat we bereikbaar zijn via een Nieuw-Zeelands nummer (0064 2108432869). We kiezen vandaag voor een actief dagje. Eerst naar een klokkenmuseum, waar we zeer vriendelijk worden geholpen met leuke activiteiten in de buurt. We gaan naar de Abbey caves om glowworms te zien, naar het AH reed kauri forest voor onze eerste kauri-boom, naar het memorial point voor een mooi uitzicht en naar de whangarei falls voor onze eerste waterval. Eigenlijk allemaal voorproefjes, want op andere plekken in Nieuw-Zeeland zijn de glowworms, de watervallen, de kauri-bomen en de uitzichten spectaculairder, maar toch. We hebben flink geklommen en gewandeld en mooie dingen gezien dus al met al een prima training. We vinden een mooie camping op het land van een boer, aan het strand en we nemen onze eerste duik in de grote oceaan. Even koud, even nat, maar toch wel speciaal.
Bay of islands
Opnieuw slapen we heerlijk en voordat we weggaan, nog even naar het openbare toilet aan de overkant van de weg, want bij de boer moesten we gebruik maken van ons draagbare toilet, wat toch wel lastig is in een auto die al helemaal vol zit. We besluiten om de rest van de Tutukaka Coast over te slaan en door te rijden naar de Bay of Islands.
Uitzicht na uitzicht en de ene na de andere schitterende baai dient zich aan. We twijfelen nog over een kleine cruise langs alle kleine eilanden, maar alles is vrij prijzig en we kunnen ons geld later nog goed gebruiken. Het stuk boven Auckland wat we tot nu toe hebben gezien is schitterend. Subtropisch, mooie stranden, mooi baaien, maar naar ons idee vooral bedoeld voor de rijke Nieuw-Zeelanders die met vakantie zijn. We laten dit deel morgen dan ook achter ons en gaan richting Cape Reinga om de Tasman Zee en de Grote Oceaan te zien botsen. Overigens staan we nu op de mooiste camping tot dusver. We zitten op het moment van schrijven aan een champignonsoepje en geroosterd brood met kruidenboter van Margot. De camping heeft internet, douches, wasmogelijkheden, maar vooral een spectaculair uitzicht op de Haruru Falls.
We zijn aan het genieten en hopen jullie binnenkort te kunnen trakteren op meer moois.
Liefs van ons