Reis 2013-5

Reis 2013

Verslag 5/8: Op naar een nieuw continent!
5 dagen Sydney, 2 dagen Singapore en kennismaken met Azië
Daar zijn we weer! Voor degenen dit het willen weten, dit verslag wordt geschreven vanuit een restaurant, waarbij onze tafel letterlijk op 2 meter van de zee staat. Onze verse vis wordt op dit moment bereid op de barbecue, dus dat schrijft lekker zullen we maar zeggen. 

We hebben 3 weken geleden de campervan terug gebracht naar Spaceships, het bedrijf waar we de auto huurden. Alles aan de auto was in orde, dus we konden met een gerust hart richting vliegveld. Om 17.00 ging onze vlucht naar Sydney en onze gastvrouw van het B&B-adres pikte ons om 21.00 uur op. Eindelijk na 6 weken weer een normaal bed. Na heerlijk uitgeslapen te hebben, zijn we begonnen met het verkennen van onze wijk, Bondi, en natuurlijk de stad, Sydney. We hebben gewinkeld, sushi gegeten, de dierentuin bezocht, de opera house gefotografeerd, de harbour bridge opgelopen, nogmaals sushi gegeten, gechilld in de botanic gardens en de vismarkt bezocht. Natuurlijk hebben we tussendoor af en toe op het strand gelegen en niets gedaan. In het kort was dat Sydney, een schitterende stad, maar geen stad waar alles dicht bij elkaar ligt. Veel lopen dus. 

Na 5 dagen, op 7 maart, pakten we onze volgende vlucht en ditmaal naar Singapore. We komen ’s avonds laat aan, maar kiezen toch voor de metro waarbij we twee keer moeten overstappen. Gelukkig vinden we het vrij snel en komen we terecht in een heel goed hostel middenin het centrum. Eigenlijk hebben we maar 1 dag in Singapore, dus de dag erna gebruiken we om wat van de stad te kunnen zien. Al snel blijkt dat in Singapore juist alles heel dicht bij elkaar ligt. We zien schitterende gebouwen en komen bij toeval terecht in een lasershow. 1 dag is tekort voor ons, maar gelukkig komen we hier nog terug, in ieder geval aan het einde van onze reis. Overigens zijn we blij dat we nu niet te lang in Singapore blijven, want intussen leven we alweer meer dan een week in grote steden, dus we zijn wel toe aan iets anders. 

En op 9 maart betreden we dan eindelijk Zuid-Oost Azië. We starten dit deel van onze reis in Bali en zodra we aankomen op het vliegveld van Denpasar komen we terecht in een wereld die we niet eerder gezien hebben. Als we de aankomsthal uitkomen, staan er ongeveer 100 chauffeurs te wachten om je naar je verblijfplaats te brengen. “Where are you going?” is een veel gestelde vraag. Wij willen natuurlijk eerst even rustig bedenken wat we willen en voor hoeveel, want het welbekende afzetten en afdingen is nu realiteit geworden. We lopen daarom alles en iedereen voorbij, totdat we op een plek komen waar geen taxichauffeurs meer staan. Na even overleg, besluiten we laag in te zetten en we wandelen weer terug. Helaas zien alle taxichauffeurs ons nu aan voor toeristen die naar de vertrekhal gaan, maar uiteindelijk vinden we iemand die ons voor 70.000 rupiah (nog steeds veel te veel) naar ons hotel wil brengen. Waar hij bij vertrek zo zeker van zijn zaak was, blijkt in Kuta al snel, dat hij niet precies weet waar ons hotel is. Hij blijkt er voorbij gereden te zijn en vraagt ons of we het laatste stuk niet terug kunnen wandelen. Aangezien dat volgens ons niet de afspraak was en hij een beetje radeloos is, mogen we zelfs de taxi verlaten zonder te betalen. Dat vinden we ook vervelend en dus zijn we bereid hem 50.000 rupiah te betalen. Als we hem een briefje van 100.000 geven, kan hij eerst niet wisselen en geeft hij ons daarna 30.000 terug. Mooie vent, maar uiteindelijk krijgen we wat we willen en het hotel blijkt om de hoek te zijn. We hebben een prima hotel, met een uitstekend ontbijt, maar het is wel een beetje te duur om langer te verblijven, dus we gaan op zoek naar een goedkoper hotel. We willen namelijk de eerste week in Kuta blijven om even te wennen en een beetje te surfen. Via een werknemer van de Billabong-winkel krijgen we een adres voor een hotel met goede prijzen. We besluiten er te gaan kijken en vergeleken met andere hotels heeft dit hotel inderdaad een mooie prijs voor een goede kwaliteit. We boeken hier 5 nachten en intussen hebben we ook een surfplank voor een week, dus we zijn helemaal geïnstalleerd. Op 11 maart verhuizen we naar dit hotel. Op 12 maart kunnen we overigens helemaal niets doen, want dat is Nieuwjaarsdag in Bali en dan mag er niemand op straat komen. Wij moeten in ons hotel blijven en mogen alleen bij het zwembad hangen en zachtjes praten. We regelen wel alvast een scooter bij de receptie van ons hotel, voor de dag erna. 

We maken een rondrit door de rijstvelden en langs de kust. Onderweg eten we tussen de locals aan de rand van de weg en tijdens het rijden zien we de meeste bizarre dingen. We redden ons redelijk in het chaotische verkeer, maar aan het eind van de dag krijgen we toch het deksel op ons neus. We moeten nog even tanken, want we moeten de scooter weer vol afleveren. Bij het hotel vandaan slaan we een weg in zonder verkeer. Plots zien we toch auto’s en scooters, maar ze komen ons allemaal tegemoet. Voordat we beseffen dat we een eenrichtingsweg in gereden zijn, worden we aan de kant gezet door de politie. Tom moet op het strafbankje komen zitten tussen de 2 agenten in. Big mistake, waren de heren van mening. Maar ja, dat vonden wij zelf ook. Big mistake zeiden ze nog een keer, kost 100.000 rupiah. We proberen ons er nog uit te redden, maar volgens deze corrupte agenten kan dat alleen via de rechtbank. Beter betalen we nu gewoon 100.000 rupiah. Dat doen we dan ook maar en we mogen weer verder. De dag erna slapen we weer heerlijk uit en houden we onze ogen en oren open, zodat we een chauffeur kunnen regelen voor onze vertrekdag. Dat lukt ons en ook nog voor een prima prijs. Langzaam hebben we door hoe je hier dingen moet regelen. De laatste dagen surfen we nog wat, ook al hebben we nog niet de perfecte golven gekregen waar we op hoopten. Ook maken we een selectie(lees: warme kleding) van spullen die we naar huis kunnen sturen, zodat onze backpacks wat lichter worden. Zo komt er een eind aan onze week in Kuta, maar dat vinden we niet zo erg, want het is erg toeristisch en heel erg druk. 

Op zaterdag pakken we onze tassen in (dat is nu een eitje geworden) en we vertrekken met onze chauffeur naar Padangbai. Onderweg rijdt hij ons langs een aantal bezienswaardigheden. We bezoeken een zilverfabriek, we wandelen tussen honderden apen in het monkey forest en we gaan met sarong de Elephant Cave in. Onderweg eten we nog goede saté bij een heel goedkoop restaurantje en uiteindelijk worden we afgezet in Padangbai. 

En dit dorpje ligt ons direct een stuk beter. Alles is hier relaxed, een stuk goedkoper en er zijn een paar hele mooie rustige strandjes. We verblijven in Lemon House, boven op de heuvel met uitzicht over het dorpje. De eerste dag vermaken we ons bij Blue lagoon beach, waar snorkelen makkelijk en fantastisch is. ´s Avonds eten we voor de eerste keer (in totaal 3 keer in 4 dagen) bij Warung Martini´s. Martini zelf begint ´s ochtends om 4 uur op de markt, is vanaf 10 uur bezig met voorbereidingen voor haar restaurant en eindigt rond middernacht, als de laatste bezoekers weg zijn. Dit doet ze 7 dagen in de week. Op deze manier kan ze haar zoon en dochter naar school en universiteit laten gaan. 

De volgende dag bezoeken we het andere verborgen strandje, White sand beach. Volgens een Amerikaanse uit ons hostel `the most amazing beach ever`, maar ja, dat zeggen Amerikanen nog al snel. In dit geval blijkt het niet overdreven te zijn, dit strandje is prachtig. Het duurt even voordat we het gevonden hebben, maar daarom is het ook zo heerlijk rustig met alleen een paar kleine restaurantjes. Tom duikt direct het water in voor een snorkelsessie en komt een beetje verschrikt het water uit. Er blijken schildpadden te zitten en die moeten natuurlijk op de foto. Terug in het water zijn er intussen 4 schildpadden rustig aan het eten op ongeveer 2 meter diepte. Tom ziet kans om 2 hele goede foto´s te maken. Verder eten en drinken we wat en krijgt Margot een lekkere massage. De dag erna ziet er zo´n beetje hetzelfde uit. We eten heerlijk, we nemen waar we zin in hebben en toch blijven we ruim binnen ons dagbudget, super dus. Ondanks deze heerlijke plek kopen we toch een ticket voor de overtocht naar Lombok. We hebben wel veel, maar niet eeuwig de tijd. 

Een dag later vertrekt onze langzame boot. We worden om half 9 opgehaald bij ons hotel. Vreemd denken we nog, aangezien het maximaal 5 minuten lopen is naar de boot. Al snel blijkt dat onze chauffeur nog even naar zijn eigen bedrijfje rijdt, zodat we misschien toch nog kiezen voor de snelle boot van zijn bedrijf, die hem veel geld oplevert. Nee, we nemen echt de langzame boot. Ok, dan moeten jullie die kant op! Uiteindelijk blijkt deze wandeling langer, dan dat een wandeling van ons hotel geweest was. Bij de boot aangekomen moeten we ook nog even wachten. Het is intussen 8.55, maar volgens de havenmeesters is dat nog veel te vroeg. Blijkbaar alleen voor ons, want het lokale volk loopt gewoon door. Als we nogmaals vragen waarom we wachten, blijkt dat we het verkeerde ticket hebben, we moeten een ander ticket bij hun kopen. Ook daar trappen we niet in en we wachten geduldig af. Intussen hebben we gezelschap van nog 3 toeristen. Zij moeten wachten, want hun reisagent moet erbij zijn, volgens onze havenvrienden. Bij toeval komt de man bij wie ze hun tickets hebben gekocht, net aanwandelen. Na wat geregel mogen de 3 toeristen door en wij wandelen natuurlijk mee ook al hebben we desbetreffende reisagent nooit ontmoet. Hoppa, we zijn op de boot (een klein vrachtschip, zonder ook maar een enkele zitplaats) en zijn na 4,5 uur op Lombok. 

Vandaar worden we naar Senggigi gebracht, waar we 2 nachten in een zeer gehorig hotel doorbrengen. Tussen deze twee nachten in, verlengen we ons visum in Mataram, zodat we ons niet hoeven te haasten in Indonesië. Senggigi is overigens niet de moeite waard. Iedereen wil iets van ons en allemaal denken ze dat we ergens naartoe gaan. Ze lijken niet te snappen dat we soms wel eens gewoon een stukje wandelen. 
We komen zelf een man tegen die, voordat we ook maar een woord gewisseld hebben, ons wel 10% korting wil geven. Dat is mooi, maar waarop of waarvoor krijgen we dan korting. Uhhhhhh tsja, dat weet hij zelf eigenlijk ook niet precies. Niet eens verbaasd wandelen we weer verder. Gelukkig is Senggigi voor ons alleen een doorgangsdorp op weg naar onze eigenlijke bestemming, Gili Air. Opnieuw worden we ´s ochtends vroeg opgehaald en weggebracht naar de haven van Bangsal. Daar stappen we in een boot naar 1 van de 3 Gili-eilanden. Haven en boot zijn in deze wat overdreven. Strand en visserssloep zijn betere worden om het te omschrijven. In Bangsal moeten we trouwens nog even wachten, want de boot gaat pas over een half uur. 20 minuten later mogen we dan eindelijk naar onze “pier” (stuk strand), waar net een overvolle boot vertrekt. Na een klein uurtje wachten op het strand vertrekt de volgende boot. Nu stappen we dan eindelijk in om naar het paradijs te gaan. Op Gili Air lopen we nog een half uurtje rond en vinden we uiteindelijk een mooie rieten bungalow voor een goede prijs. Overal aan het strand kan je heerlijke fruitsappies en cocktails krijgen voor weinig, terwijl je met je voeten bijna in het water zit. Snorkelen is hier fantastisch en onze dagbesteding ziet er ongeveer als volgt uit: Uitslapen, ontbijten, een hangplek vinden, lezen, fruitsapje, snorkelen, verslag schrijven, beetje tukken, snorkelen, lunchen, snorkelen, slapen, lezen enz. 

We voeren niets uit en we genieten met volle teugen. We beseffen dat onze verhalen nu wel heel anders zijn, maar we hopen dat het nog steeds de moeite van het lezen waard is. 

Foto’s zijn zoals gewoonlijk binnenkort weer te vinden op onze facebookpagina’s. 

Liefs van ons 


Share by: