Zoals gezegd is Gili Air een heerlijk plekje om te ontspannen. Mooie stranden, goede snorkelomstandigheden en goedkoop eten en drinken. Uiteindelijk hebben we toch besloten om een introductieduik + funduik te maken. In het zwembad een paar kleine oefeningen gedaan en vooral even testen of Margot geen moeite had met klaren. Gelukkig leverde dat geen problemen op en ’s middags maken we een echte duik, voor Margot de eerste. Een schorpioenvis, een lionfish, een schildpad, een blue-spotted stingray en hele grote scholen met mooi gekleurde vissen zijn het resultaat. Voor herhaling vatbaar dus.
Overigens zijn we ook nog getuige geweest van een ruzie tussen twee collega’s/vrienden. Nadat ze steeds luider tegen elkaar tekeer gaan pakt de barman een barkruk op en gaat zijn collega bijna te lijf. Gelukkig wordt alles op tijd gesust door de andere werknemers van het restaurantje. Het duurt niet lang voordat ze het nogmaals aan de stok krijgen. Nu loopt de barman de keuken in en komt hij met een mes naar buiten. Dit is wel even schrikken voor ons. De barman wordt uiteindelijk naar huis gestuurd om af te koelen en de volgende dag is er niets meer aan de hand. Wel verontschuldigen ze zich nog even bij de gasten voor deze gekkigheid.
De laatste avond overnachten we aan de andere kant van het eiland. Nog goedkoper en net zo mooi. Dit op advies van Jelle en Adriënne, die intussen zijn vertrokken naar Kuta-Lombok, waar we hebben afgesproken om weer te meeten en een beetje te chillen en te surfen. De dag erna vertrekken wij ook van dit heerlijke eiland. Met de boot en de bus gaan we naar Mataram om ons visum op te halen. Alleen even oppikken zou je zeggen, maar intussen weten we wel beter en inderdaad duurt het ophalen toch weer anderhalf uur. Na wat zoekwerk vinden we een goedkope metertaxi en om een uur of 2 ’s middags zijn we al in Kuta-Lombok. We worden afgezet in het dorpje, maar hebben een routebeschrijving gekregen van Jelle naar hun onderkomen, zodat we in ieder geval even kunnen kijken of het ook iets voor ons is. Al snel blijkt dat Jelle het goed heeft geregeld. Als we een hoek omslaan worden we al direct geroepen. Dutch friends! Dutch friends! Olivier? Olivier (de 2e naam van Jelle)? De eigenaar zit al de hele ochtend te wachten om ons ook te verwelkomen in zijn guesthouse zonder naam (achteraf blijkt het DOI te heten). We krijgen dezelfde prijs als onze Nederlandse vrienden en of we ook meteen de scooter erbij willen. Welja, waarom niet.
Voor 120.000 rupiah (10 euro) hebben we een prima kamer met ontbijt en een scooter. Mooie deal! De scooter is nog wel even lastig, want waar zijn de helmen en waar is de kentekenplaat??? Beiden hebben we niet nodig, want hier komt echt nooit politie. Sterker nog, als we politie tegen komen, dan mogen we ze meenemen en betaalt de eigenaar de boete. Dit keer hebben we geen problemen met politie.
Kuta-Lombok is duidelijk een plek waar een relaxte sfeer hangt. We surfen de beste golven, we toeren met de scooter, we drinken bananashakes en cocktails, zien jongens en meisjes onder 16 jaar strijden in een Ripcurl surfcontest en we eten bijna iedere avond in Warung Hesty. Voor een zacht prijsje gaan we zelfs nog een middag vissen met de eigenaar van dit restaurantje. Met zijn tweetjes vangen we toch mooi 5 vissen, alleen is het elke keer dezelfde soort, die niet eetbaar is, omdat hij giftig is. Zo’n vis die z’n buik opblaast als er gevaar dreigt. Beetje jammer, maar wel een hele leuke middag!
Uiteindelijk verblijven we 7 dagen in Kuta, op dinsdag gaat onze vlucht naar Surabaya. Voordat we vertrekken, moeten we nog wel even afrekenen met de eigenaar. Een hele aardige man met een mooie paardenstaart die de hele dag voor zijn guesthouse een beetje zit te chillen. Afrekenen is in ieder geval niet zijn sterkste punt. Waar wij al hebben berekend wat hij in totaal van ons zou moeten ontvangen voor de scooter, overnachtingen en transport naar het vliegveld, wil hij het liever gescheiden doen. Hij raakt anders zo in de war! Duidelijk een man met zelfkennis. Rekenen (7 nachten x 80.000 en 6 dagen scooter x 40.000) moeten wij voor hem doen en wijzend naar zijn verschillende stapeltjes geld blijft hij de woorden “room” en “motorbike” herhalen om enigszins het overzicht te kunnen behouden. Voor de zekerheid schrijft hij op het geld ook nog waar het voor is. Dit is waar we een halfuur naar hebben zitten kijken en luisteren. Geen idee of jullie enigszins begrijpen hoe dat er dan uitziet, maar we kunnen jullie melden; we plasten nog net niet in onze broek. Gelukkig vond onze vriend, de eigenaar, het zo mogelijk nog leuker, gezien zijn gegiechel elke 10 seconden.
Op 2 april vliegen we van Lombok naar Surabaya, een stad in het noordoosten van Java. Ons plan is om van Surabaya direct door te reizen naar Malang, zo’n 3 uur ten zuiden van Surabaya. Waar we een beetje op gehoopt hadden, blijkt waarheid te worden. Eindelijk kunnen we bussen nemen die gewoon van punt A naar punt B gaan en waar een vaste prijs voor betaald moet worden. De reis van het vliegveld naar studentenstad Malang verloopt voorspoedig en laat in de middag arriveren we bij Jona’s homestay. De homestay is eigenlijk een koloniale villa, gebouwd in de tijd dat de Nederlanders in dit gebied waren. Tot onze verrassing spreekt de eigenares/manager ook nog behoorlijk goed Nederlands en voor het eerst komen we dus Nederlandse invloeden tegen. We hebben begrepen dat Malang een leuke stad is, dus de volgende dag huren we een fiets en verkennen we de stad. We fietsen langs het stadhuis, lunchen bij Toko Oen (waar ze kroketten met mosterd serveren die achteraf echt een belediging zijn voor onze kroket), wandelen langs de shopping malls en brengen een bezoekje aan de grote markt en de vogelmarkt. Als we terugkomen boeken we een tour naar Mount Bromo en Mount Ijen.
Middenin de nacht vertrekken we zodat we de zonsopgang op de Mount Bromo kunnen zien. Helaas is het bewolkt, maar het uitzicht blijft schitterend. We maken een wandeling naar de kraterrand en de rest van de dag zitten we in de auto naar het Ijen Plateau. We komen terecht in een soort nederzetting bij een koffiefabriek. Dit is onze slaapplek en voor ons allebei de plek die tot nu toe in ons leven het verst weg heeft gelegen van de bewoonde wereld. We zitten echt middenin de jungle met honderden kilometers koffieplantage. Na een kort bezoekje aan de fabriek duiken we ons bed in, want opnieuw moeten we er ’s nachts uit voor een beklimming van een vulkaan. Na een zeer pittige wandeling komen we aan de rand van de krater en kijken we neer op een prachtig schouwspel. Rook komt uit de randen van de krater en door de chemische reactie ontstaat er een zwavelmijn. Neem daarbij het schitterende blauwe kratermeer en de rotswanden en het plaatje is compleet. De keerzijde van het verhaal moet ook vermeld worden. Arbeiders die per keer gemiddeld 60 kilo zwavel uit de zwavelmijn op de schouders naar beneden tillen. Het werk is uitermate zwaar, ze verdienen 2 tot 3 euro per dag en sterven zeer jong doordat de zwavel hun longen wegvreet.
Na deze vulkaan hebben we nog een lange rit voor de boeg, terug naar Malang. Gelukkig zijn dit soort tochten altijd de moeite waard. Georganiseerde chaos viert hoogtij. Niet alleen in het verkeer, maar ook in de werkzaamheden van de mensen. Neem alleen al de “verkeersregelaar”. Hij staat midden op het kruispunt, heeft een scheidsrechtersfluit waar hij te pas en te onpas op blaast en zwaait naar alles en iedereen alsof hij de president van Indonesië is. De bedoeling is dat er enigszins structuur komt in de verkeersstroom. Ze beheersen de kunst om te doen alsof het precies zo gaat zoals zij bedoelen. Niemand trekt zich er iets van aan en wij zien niet hoe het verkeer er beter van wordt. Al met al houdt ze het toch van de straat zullen we maar zeggen. Onze chauffeur rijdt tussendoor nog even schade en na keihard onderhandelen betaalt hij de scooterrijder maar liefst 4 euro. Zo, ook weer opgelost.
Na een enerverende maar vermoeiende rit komen we terug in onze homestay en tot onze verbazing hebben ze alleen nog de duurste kamer vrij. Sorry? Na even de kalmte bewaard te hebben, besluiten we onze tassen in deze dure kamer te zetten en eerst op zoek te gaan naar een ander hotel. 10 minuten later zijn we terug en plotseling is er een goedkopere kamer vrij gekomen. Goh, dat is ook toevallig? De receptioniste heeft ook alvast maar onze spullen uit de kamer gehaald en we vragen haar waar ze het lef vandaan haalt om ongevraagd aan onze spullen te zitten. Helaas begrijpt ze niet wat we bedoelen , wij tellen opnieuw tot 10 en vragen om een taxi, zodat we naar ons nieuwe hotel kunnen. Eenmaal in de taxi blijkt dat meneer de taxichauffeur voor dit korte stukje de meter niet wenst aan te zetten. Zo langzamerhand lopen de irritaties hoog op en briesend hijsen we onze tas op onze rug en wandelen we naar het hotel.
Bedankt lieve mensen van de homestay voor jullie irritante gedrag. We zitten nu voor 40 euro in een 4 sterren hotel met alles erop en eraan. Superbedden, superdouche, superontbijt en een heerlijk sushirestaurant op de begane grond. Dit hadden we even nodig en we komen weer helemaal tot rust.
Op zondag nemen we de trein naar Yogyakarta, ook een stad waarover we goede verhalen hebben gehoord. Ons beoogde hotel zit helaas vol en uiteindelijk komen we terecht bij Hotel Monica. Prima hotel, vriendelijke mensen en een mooie prijs. De eerste dag zwerven we door de stad met de taxi en de becak (fietstaxi) en leren we veel over de traditionele batik-kunst. De dag erna bezoeken we de Borobodur, een indrukwekkend grote tempel, gebouwd in de 8e eeuw na Christus. ’s Avonds kaarten en borrelen we in het café/restaurant naast ons hotel.
De volgende dag zijn we weer in de stad en ditmaal bezoeken we het paleis van de sultan en het waterkasteel (het vroegere privézwembad van de sultan). We halen nog even een ijsje en raken aan de praat met een meneer die voor de overheid werkt. Hij praat uitstekend Engels en weet interessante dingen te vertellen over Indonesië. Aan het einde van zijn verhaal blijkt hij in 1987 een trip van 3 jaar gemaakt te hebben samen met 15 anderen. Zij waren de groep die de eerste Lonely Planet over Indonesië heeft geschreven, toch mooi!
Op het moment van schrijven zitten we in de trein naar Jakarta, waar we 2 dagen verblijven. Zondagavond vertrekt onze vlucht en dan begint een nieuw avontuur. We starten dan met onze trip in Maleisië.
We vinden het fijn om weer een nieuw land te gaan bezoeken. Indonesië is een schitterend land. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we soms moeite hadden om die schoonheid te zien. Op Bali en Lombok liggen grote hoeveelheden afval, zowel in zee als op het land. Bali is veel te toeristisch, waardoor de lokale mensen er een systeem hanteren van veel schreeuwen en onoprechtheid. Lombok kent dan veel afval, maar was wat ons betreft een erg relaxed en leuk eiland. Java is veel schoner en de mensen zijn er eerlijker en rustiger. Tenslotte is er de cultuur, het dagelijks leven van de mensen.
We hebben veel gezien en geleerd. Het is verbazingwekkend om te constateren hoe het systeem in elkaar zit en hoe groot de verschillen (waarvan we heus wisten dat ze er waren) zijn met je eigen land. Desondanks genieten we met volle teugen en hebben we het erg naar ons zin.
We hopen net zoveel te gaan zien in de landen die we zullen bezoeken in de laatste maanden van onze reis. Ook dan zullen we ons best doen om jullie op de hoogte te houden van onze belevenissen.
Liefs van ons
p.s. Eigenlijk stond het verhaal klaar om te worden geplaatst, maar we hadden even niet gerekend op ons verblijf in Jakarta. Duitsers die we hebben ontmoet op Gili Air, hadden ons uitgenodigd langs te komen. We dachten twee dagen langs te gaan en dan door te vliegen. We hadden wel het vermoeden dat ze luxe zouden leven, maar dit slaat alles. Een mega grote villa, huishoudsters, privéchauffeur, ballenjongens op de tennisbaan en een zwembad in de tuin. Daarnaast blijken ze beiden leraar te zijn op een internationale school en dat is met name voor Tom erg interessant. Hij kan meelopen met de sportdocenten en een kijkje nemen in de werkwijze binnen deze school. Verder spelen we volleybal met de docenten en zijn daar getuige(margot)/onderdeel(tom) van een reanimatie van een onbekende jongen die gelukkig goed herstelt.
Gisteravond hebben we samen gegeten bij hotel Mulia. Dit 5 sterren hotel heeft een buffetrestaurant, met een divers aanbod; Italiaans, Japans, Chinees, BBQ, diverse hammen, kaasplanken waar heel Nederland van kan eten en een dessertafdeling die net zo groot is als onze woonkamer in Nederland. We wanen ons in een droom, het eten is absurd goed en we kunnen pakken wat we willen.
We zijn zo goed als onderdeel van de familie en onze twee dagen zijn veranderd in een week. Of we niet nog langer wilden blijven, dat is namelijk absoluut geen probleem en ze vinden het zo gezellig.
We hebben hier een schitterende tijd, maar we zijn natuurlijk niet aan het reizen om weken achtereen in luxe te leven op dezelfde plek. Daarom vliegen we zaterdag 20 april alsnog naar Kuala Lumpur en vervolgen onze reis.