De weken vliegen voorbij en opeens beseffen we ons, dat we ook nog verslagen zouden schrijven. Jeetje, het is alweer 4 weken geleden dat we het laatste verslag hebben geplaatst. Toen hadden we nog 10 weken over, nu nog maar 6 weken. Ondanks dat we graag iedereen weer willen zien op 1 juli en we ook momenten hebben gehad dat het even tegen zat, zouden we nu liever de tijd een beetje langzamer laten gaan. Maarrrr, waar waren we gebleven. Jakarta, en we vlogen naar Kuala Lumpur.
We waren erg benieuwd naar Maleisië en vooral naar de manier van reizen en de houding van de mensen tegenover toeristen. In Indonesië hadden we nog weleens moeite met de manier waarop we behandeld werden en het vinden van bussen, treinen en andersoortig vervoer.
Op het vliegveld aangekomen gaan we op zoek naar de bussen en uiteindelijk kunnen we kiezen uit 2 maatschappijen. Beiden hebben dezelfde prijs om naar het centrum van Kuala Lumpur te gaan. In de bus blijkt al snel wat het verschil is. Rustige snelwegen, borden met plaatsnamen en zelfs maximale snelheden langs de kant van de weg. We komen uiteindelijk terecht in Chinatown, waar ergens ons guesthouse te vinden moet zijn. Even de kaart checken en al snel vinden we Birdnest 1.
Erg gezellig, erg warm en een slecht bed. Voor de tweede nacht vragen we om een andere kamer met een beter bed en die hebben ze. Erg gezellig nog steeds, goed bed, maar verschrikkelijk warm. Vermoedelijk zo´n 35 graden ´s nachts op onze kamer zonder raam en airco. Of ze niet een kamer met airco hebben. Niet in Birdnest 1, wel in Lok Ann. Dat is 20 meter verderop van dezelfde eigenaren. Niet echt een gezellig hotel, wel lekker koel, bed niet zo geweldig. Als Margot uiteindelijk ook nog last krijgt van een allergische reactie (waarvan we eerst denken dat het bedbugs zijn), besluiten we te verkassen naar een luxer hotel voor iets meer geld, met een geweldig bed en ontbijt.
Overigens hebben we natuurlijk in de tussentijd Kuala Lumpur ontdekt, wat een verademing. Ok, het is een grote stad, dus het echte Maleisië zie je nog niet en het openbaar vervoer is vermoedelijk beter dan buiten Kuala Lumpur, maar toch. Het is allemaal zo eenvoudig. Er zijn gratis stadsbussen, het metro-systeem is erg overzichtelijk en goedkoop en zelfs in de lokale bussen is de reis comfortabel.
Er is veel te zien in Kuala Lumpur en onze oorspronkelijk 2 nachten veranderen in 2 weken. Binnen de stadsgrenzen zijn we naar de grote winkelcentra geweest (1 daarvan heeft een achtbaan in het winkelcentrum), we hebben de Petronas towers bezocht, we zijn een drankje gaan doen in een rooftopbar (waar we niet erg gewenst waren), we zijn omhoog gegaan in de KL-tower voor het mooie uitzicht over de stad, zijn naar de Central Market, Chinatown Market en Chowkit Market (dit is een zogenaamde wetmarket voor de lokale mensen) geweest en hebben natuurlijk op de meest uiteenlopende plaatsen onze maaltijden genuttigd. Wat een geweldige stad om je te vermaken, maar het leukste en gezelligste moest nog komen.
Claire (voor degenen die haar niet kennen, de leukste stewardess van het noordelijk halfrond) moest voor werk naar Kuala Lumpur. Omdat we het heerlijk vonden even met Claire af te spreken, besloten we ons verblijf te verlengen. Daarnaast kon Claire voor ons alvast wat spullen mee naar Nederland nemen, wat voor ons weer wat scheelt tijdens het rondwandelen met de backpacks. We hadden afgesproken voor het Park Royale Hotel in Kuala Lumpur en eindelijk konden we weer eens ongeremd Nederlands praten zonder dat het alleen maar over de reis ging. Daarbij had Claire een hele leuke verrassing voor ons: Een telegraaf, de flair en… drop en stroopwafels (een heerlijke gift van Ewoud en Tessa, dank jullie wel schatjes). Omdat Claire nog een dagje moest werken, hebben we 2 dagen met haar opgetrokken en veel gekletst (ongelooflijk hoe fijn het is om even een bekende te zien).
Ook in de omgeving van Kuala Lumpur is er nog een hoop te zien. We zijn naar Crab Island geweest, waar de bewoners leven van, jawel, de krabvangst. Erg leuk om te zien, omdat het hele dorp gebouwd is op palen in verband met het opkomende getij. Een authentiek Maleisisch vissersdorp.
We hebben de Elephant Sanctuary bezocht, waar je olifanten kan voeden en waar je babyolifanten in de rivier kan wassen. Dat laatste was een beetje een teleurstelling, omdat het water van de rivier te hoog stond en de babyolifanten er niet in konden. Wel werden de volwassen olifanten nog gewassen in de rivier, maar daar mogen dan weer geen toeristen bij. Balen, maar niets aan te doen. We zijn naar de Batu-caves geweest, een heilige plek voor Hindoeïsten, maar vooral een prachtig stukje natuur.
Ten slotte zijn we ook nog met de bus naar Kuala Selangor gegaan, in de overtuiging dat we de volgende dag dan verder naar het noorden konden reizen. Helaas, bussen naar het noorden gaan hier niet, dan moet je terug naar Kuala Lumpur. Dus naar eindelijk vertrokken te zijn uit Kuala Lumpur, waren we na 1 dag weer terug. Overigens zijn we niet voor niets naar Kuala Selangor gegaan, aangezien hier 1 van de 2 grootste vuurvliegkolonies van de wereld te zien is. Erg onwerkelijk trouwens, deze vuurvliegjes. Alsof je tussen tientallen kerstbomen door vaart, maar als je dan beseft dat dit werk van de natuur is, dan is het wel erg bijzonder.
De volgende dag dus terug naar Kuala Lumpur, waar we 1 nacht overblijven, alvorens we de bus naar Cameron Highlands pakken. De bus is zeer comfortabel, met stoelen die bijna in complete ligstand kunnen en die zo breed zijn dat er maar 3 op elke rij zitten. Jammer dat de chauffeur niet meewerkte aan het geheel. Dat hij gas gaf op de rechte stukken was niet echt een probleem, maar eenmaal in de bergen hadden we het soms wel even benauwd. Vol gas door de vele bochten met flinke modderstromen vanwege de hevige regenval.
In Cameron Highlands worden we aangenaam verrast door de heerlijk koele temperatuur. Als we uit de bus stappen, staat er een man met een busje klaar. Of we niet bij zijn guesthouse willen gaan kijken. Ondanks dat het niet onze eerste keus is, besluiten we toch even te gaan kijken. Zeker omdat hij ons belooft dat hij ons overal heen brengt als we het niet goed vinden. De prijs is uitstekend en er hangt bovendien een huiselijk sfeertje.
We verblijven een paar dagen in de Cameron Highlands, in het dorpje Tanah Rata. We doen natuurlijk een rondje langs de theeplantage, fabriek en winkel. Op dezelfde dag zien we ook het Mossy Forest. We krijgen daarbij uitstekende uitleg van een gids in redelijk verstaanbaar Engels. Erg leuke dag dus. ’s Avonds eten we een aantal keren bij een Chinees restaurantje. De eigenaar heeft 16 jaar in Assen gewoond en praat nog steeds een beetje Nederlands. Hij heeft zelfs de frikandel speciaal op de kaart staan, maar zijn Chinese gerechten zijn toch een stuk beter.
We maken ook nog een wandeling naar een ander dorp in Cameron Highlands, Brinchang. Hier staat een oud, koloniaal Engels hotel, The Smokehouse. Het plaatje doet enigszins onwerkelijk aan, je waant je echt even in Engeland. Nog even een filmpje gemaakt van het interieur, maar vooral vanwege de muziek die uit de boxen komt. Jim Reeves met zijn hit, “Put your sweet lips a little closer to the phone” (Ken je hem nog pa?). We eten er de welbekende scones, maar we blijken niet echt liefhebbers te zijn.
Na een paar dagen reizen we door naar Penang, een eiland aan de westkust van Maleisië. Samen met Nick en Carla uit Liverpool, gaan we op zoek naar een guesthouse. Na een halfuurtje wandelen, komen we terecht bij de “Guest Inn Muntri”, wederom een koopje en erg gemoedelijk. Als we ’s avonds naar foodcourt “the red garden” gaan om te eten, blijkt al snel waar het in Georgetown (de belangrijkste stad op Penang) om draait. Overal vind je kleine restaurantjes, foodcourts en hawkers. Het eten is vrijwel overal erg goed en eigenlijk heb je wel een paar maanden nodig om de stad echt goed te leren kennen. We hebben wel veel tijd, maar ook weer geen maanden.
In de vier dagen die wij hier spenderen, eten we in ieder geval op veel verschillende plekjes en maken we ook nog een uitstapje naar het Penang Nationaal Park. We kiezen voor een korte wandeling naar het schildpaddenstrand (waar we geen schildpad zien, maar wel grote varanen van 1,5 meter) en delen vervolgens een boot met 2 Russen om weer terug te komen naar de ingang van het park. We genieten van de jungle en de vele schitterende vlinders en ook de terugtocht over zee is werkelijk schitterend.
In ons guesthouse hebben we trouwens een kamer met airco. Gezien de hitte stellen we de airco in op 18 graden, een comfortabel temperatuurtje zou je zeggen. Niet is minder waar, rillend van de kou worden we wakker. Uiteindelijk eindigen we op 24 graden en dat is nog steeds niet heel erg warm. In Nederland zouden we met die temperatuur moeilijk in slaap komen, maar dan vanwege de warmte. Gek hoe je lichaam zich aanpast aan de omstandigheden.
Voordat we door willen reizen naar Thailand, wacht ons nog 1 stop in Maleisië, Langkawi. Nick en Carla zijn ons al vooruit gegaan en laten ons via Facebook weten dat ze een auto hebben gehuurd. Of we de prijs voor een dag willen delen, dan kunnen ze ons ook meteen oppikken bij de ferry. Het kost ons welgeteld 6 euro en voor dit bedrag worden we dus naar ons guesthouse (waar Nick en Carla ook verblijven) gebracht en rijden we de rest van de dag over het eiland.
De eerste dag moeten we nog een beetje wennen aan het eiland. Het ligt er wat verlaten bij, maar het is te groot om idyllisch te kunnen zijn. Niet overal is het even goed onderhouden en de stranden zijn niet zo paradijselijk als die we al zijn tegen gekomen in Indonesië. Toch gaan we het na een paar dagen wel waarderen. De sfeer op het eiland is erg relaxed en vooral de Mangrove-tour, die we op aanraden van Angela en Michiel doen, is schitterend.
Het begint nog een beetje toeristisch met bootjes die af en aan varen en een vleermuizengrot waar hordes toeristen foto’s staan te maken, maar het wordt hoe langer hoe beter. Langzaam wordt het rustiger op de rivier, we zien schitterende adelaars, hebben een heerlijke lunch, zien een giftige slang en scheren op volle snelheid tussen de mangrove door. Een prachtige tocht!
Elke dag is er ergens een nightmarket op het eiland en op dinsdag wandelen we ’s avonds tussen de vele lekkernijen die op deze markt worden aangeboden. De prijzen van al dit lekkers zijn werkelijk schandalig laag. Vaak rekenen we even door wat we nou hebben opgemaakt aan een maaltijd en meestal eindigen we met een beschamende glimlach.
Op dezelfde dinsdag huren we ook een scooter om nog even wat bezienswaardigheden te bezoeken. We rijden tegen de Gunung Raya op, de berg in het midden van het eiland, vanwaar we schitterende uitzichten hebben. Ook bezoeken we nog het westen van het eiland, waar vooral de Seven Wells Waterfall adembenemend is. We bezoeken ook nog even het resort in waar Angela en Michiel ten tijde van hun huwelijksreis verbleven. Meestal vragen we overal even naar de prijs van een kamer. In dit resort hebben we dat maar niet gedaan, hoewel we nog wel de lunchkaart bekijken. Het zou toch leuk zijn om te lunchen in het prachtige hotel waar je zus en zwager ooit geweest zijn, maar helaas, zelfs dit is een beetje boven ons budget.
Vandaag is onze laatste dag op Langkawi, voordat we door reizen naar Thailand. Het is trouwens niet onze laatste dag Maleisië, want we reizen weer terug via Maleisië, naar Singapore. Voor diegenen die onze eerdere verslagen hebben gelezen, valt het misschien op dat dit verhaal enigszins anders is. Waar eerdere verhalen meestal een onverwachte wending kregen, is er in dit verhaal, op het gebied van reizen, weinig spannends te melden. In Maleisië hoeven we niet op onze hoede te zijn en kunnen we echt genieten. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam en het vervoer is uitstekend. Dat is heerlijk, maar aan de andere kant wel erg makkelijk. In Indonesië was het soms moeilijk, maar we zijn heel blij dat we ook die kant van de wereld hebben kunnen zien.
Genieten is leuk, maar we willen ook iets opsteken van onze reis en zo langzamerhand beseffen we dat we een reis maken waarin heel veel verschillende culturen en natuurfenomenen vertegenwoordigd zijn. We hebben nog ruim 5 weken over, maar we kunnen alvast melden dat dit de droomreis was die we ons de rest van ons leven herinneren.
We hopen dat jullie allemaal weer kunnen genieten van dit nieuwe verslag en we laten zeker nog eenmaal van ons horen voordat we weer terug komen.
Liefs van ons